De nieuwe Wet inburgering treedt inwerking op 1 januari 2022. De gemeenten worden verantwoordelijk voor het uitvoeren van deze wet. Het doel van de wet is om inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk mee te laten doen aan de Nederlandse samenleving, het liefst met betaald werk. Gemeenten krijgen hiervoor handvatten om te doen wat nodig is. Inburgeren is een onderdeel van integreren in de samenleving. Dit beleidsplan gaat daarom zowel om integratie als om inburgering. De gemeenteraad wordt gevraagd het beleidsplan Integratie en Inburgering Purmerend vast te stellen.

De provincie Noord-Holland heeft de 8 gemeenteraden van Zaanstreek-Waterland gevraagd of zij bereid zijn om gezamenlijk een perspectief op te stellen over hoe zij de bestuurlijke samenwerking in de regio zien in de komende vijf tot tien jaar. Dit gaat over de regionale bestuurskracht en welke verbindingen een gemeente wil aangaan met een andere gemeente (of gemeenten) om de wettelijke taken en eigen ambities te kunnen (blijven) uitvoeren. Hierover is eerder in de gezamenlijke commissievergadering gesproken. De raden worden nu gevraagd de reactiebrief aan Gedeputeerde Staten vast te stellen. De colleges van de 8 gemeenten hebben eerder met dit concept ingestemd.

Het voorstel is een uitvloeisel van eerdere besprekingen in de (gezamenlijke) commissie. De nieuwe MRA-samenwerkingsafspraken zijn vastgesteld in het college en worden ter bekrachtiging aangeboden aan de raad.

De gemeenten hebben besloten vóór de fusiedatum van 1 januari 2022 de verschillen en de overeenkomsten in regelgeving tussen de beide gemeenten te inventariseren en vóór de fusiedatum te harmoniseren. In dit kader dient ook het reglement van orde voor de raad en raadscommissies te worden geharmoniseerd. Eerder is afgesproken dat de huidige reglementen van orde van de gemeente Purmerend uitgangspunt zijn voor de nieuwe. In het geharmoniseerde reglement is dat ook zo gebeurd: de basis zijn de reglementen van Purmerend met daarin enkele verbeterpunten, zodat de nieuwe raad volgend jaar goed van start kan gaan. Omdat beide gemeenteraden (en griffies) nog de rest van het jaar werken volgens hun eigen werkwijze zal de ingangsdatum van de nieuwe verordeningen 1 januari 2022 zijn. Vanaf dan zijn alle oude (dus de huidige) verordeningen vervallen.

De gemeenten hebben besloten vóór 1 januari 2022 de verschillen en de overeenkomsten in regelgeving tussen de beide gemeenten te inventariseren en vóór deze datum te harmoniseren. In dit kader dient ook een aantal van de verordeningen van de raad zelf te worden geharmoniseerd. Alle verordeningen van de raden zijn nagelopen en voor vijf verordeningen geldt dat er verschillen bestaan tussen Beemster en Purmerend. Hierbij is afgesproken dat het beleid van Purmerend het uitgangspunt is. De ingangsdatum van de nieuwe verordeningen is 1 januari 2022. Er is geen sprake van grote verschillen. De gemeenteraden worden gevraagd de volgende verordeningen en een gedragscode vast te stellen:
1. Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Purmerend 2022.
2. Gedragscode raad Purmerend 2022.
3. Verordening burgerinitiatief Purmerend 2022.
4. Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Purmerend 2022.
5. Verordening rekenkamercommissie Purmerend 2022.

De raad wordt voorgesteld om de zienswijze die is ingebracht op de begroting te herhalen: stemt in met uitzondering van de bijdrage voor de overdracht van bodemtaken van provincie Noord-Holland naar gemeente Purmerend.

Het is noodzakelijk dat elke gemeente in de regio Zaanstreek-Waterland per 1 januari 2022 beschikt over een aangepaste (gelijkluidende) verordening.

Door de fusie, de invoering van de Erfgoedwet en de te verwachten invoering van de Omgevingswet moet de monumentenverordening worden geharmoniseerd en vervangen door de erfgoedverordening. De is een juridisch technische wijziging waarbij geen inhoudelijke (beleids)keuzes gemaakt worden. De raden worden voorgesteld de nieuwe verordening vast te stellen.

Maximaal 7 minuten per fractie. Na afloop schorsing voor de  voorbereiding van de reactie van de fracties op elkaar.

Hierbij wordt een spreektijd gehanteerd van maximaal 7 minuten per fractie. Na afloop: schorsing voor voorbereiding beantwoording door het college.

Hierbij wordt een spreektijd gehanteerd van maximaal 7 minuten per portefeuillehouder. Na afloop: schorsing voor voorbereiding reactie fracties op de beantwoording door het college.

Hierbij wordt een spreektijd gehanteerd van maximaal 7 minuten per fractie. Na afloop: eventuele schorsing voor voorbereiding beantwoording door het college op de reacties van de fracties.

Hierbij wordt een spreektijd gehanteerd van maximaal 7 minuten per portefeuillehouder.